Ergens in een ziekenhuis ligt een vrouw

Ergens in een ziekenhuis ligt een vrouw. Een vrouw met een tumor in haar lichaam. Een Afrikaanse vrouw, van een middelbare leeftijd. Een gedwongen opname, want de vrouw wil eerst haar kinderen zien voor zij akkoord gaat met de operatie.
De kinderen zijn uit huisgeplaatst. Al een tijdje. De operatie kan alle kanten op leiden. Vijftig procent kans van genezing. Het team van medici staat klaar om de uitdaging aan te gaan. De vrouw zou graag, heel graag, haar kinderen willen zien, rekening houdend met de resterende hopeloze vijftig procent. Dit kan dus niet. Instanties die daarover gaan hebben een andere lezing van de zaak. Zij bepalen de volgorde. Mevrouw moet eerst aan zichzelf denken, aan haar gezondheid. Maar bij haar is denken aan zichzelf gelijk aan denken aan haar kinderen. Gedwongen opname is gelijk aan vrijheidsbeneming. Een rechter moest eraan te pas komen. Die kwam ook. Die besliste. Gedwongen opname, voor de beste wil van de vrouw.



Soms is kinderen uit huis plaatsen gebaseerd op een verkeerde probleemanalyse. Zo was een kind uithuisgeplaatst omdat zij op school heeft gezegd dat haar moeder haar met de dood bedreigde. De school sloeg alarm, de instanties namen maatregelen.
De bedreiging zat besloten in de boze zin van moeder: ‘Ik maak je dood’, een vloek, zoiets als godverdomme, in haar cultuur. Toch…toch was de moeder een potentiele moordenaar voor haar eigen kind.
In een andere situatie zorgde een vechtpartij tussen man en vrouw voor het uit huisplaatsen van een kind. Toen de moeder een nieuwe baby kreeg, werd de baby, een paar dagen na de geboorte, door instanties gepakt, in het ziekenhuis. De moeder ging even naar de wc, toen ze terug kwam, was de baby weg. Alles in het belang van kind. Daar stond de moeder, vol tranen, vol emotie. Daar stonden ze, man en vrouw, tegenover de bureaucratie. Nog meer situaties van deze orde zijn mij bekend. In een andere situatie was ging een vrouw die hoog zwanger was waarvan de kinderen, alle drie, door instanties ontnomen waren. Het echtpaar besloot een kind te maken en te houden. Zij bedachten een strategie. De vrouw ging in België bevallen. België valt niet onder Nederlandse justitieel grondgebied. Toch moesten instanties er zeker van zijn dat de vrouw daadwerkelijk in België zit en bevallen is. Eenmaal geweten, stopte de zaak.

Nog meer van dit soort zaken? Ik zeg het niet. Namen van mensen en instanties? Ik zeg het ook niet. Ik heb wel een vraag.  Nee, twee vragen. Hoe ga je om met dit soort wezenlijke culturele verschillen? Ben je niet gebaat bij een culturele expertise in dit soort zaken?



Reacties