Ik houd niet meer van jou

Vanmiddag, rond een uur of twee, stond ik op en liep ik naar buiten. Ik liet achter mij de computer en de bijbehorende administratieve handelingen zoals het betalen van de omzetbelasting en andere gebruikelijke en onmisbare rekeningen. Ik twijfelde tussen een wandeling in Den Haag of een wandeling van Den Haag naar Delft.


Na twee uur wandelen stond ik op de Markt, tegenover de Nieuwe Kerk in Delft, als een parachutist die, na een vrije val, op een onbekend grondgebied terecht is gekomen. Ik draaide rond. In Afrika, als je in een bos bent en je maakt rondjes om een boom, dan ben je de weg naar het dorp kwijt. Werkelijk. Ik was de weg kwijt. Ik keek naar links, ik keek naar rechts. Ik vroeg mij af welk terras ik het beste kon pakken om effectief te kunnen landen.
Mijn ogen vielen niet op een terras maar op een vrouw. Een alleenstaande Afrikaanse moeder. Een bekende van vroeger. Ik maakte een praatje met haar. Na het gesprek, wilde ik afscheid van haar nemen, maar de worden die uit mijn mond kwamen nodigden haar uit voor een drankje. Wij belandden in Bagels en Beans. Zij dronk Chocomelk. Ik dronk Latte Macchiato.

Van het een kwam het ander. Zij vertelde over haar dochter, van een jaar of 18 die ergens in het land op een privéschool zit. Een Hogeschool. Per maand betaalt ze ongeveer € 1.600 voor de opleiding, wel met een baangarantie. Docenten die daar les geven zijn directeuren van grote bedrijven. De helft van de opleiding is stage binnen een van die bedrijven.

Die keuze komt niet zo maar uit de lucht vallen. De moeder wilde niet een school waar haar dochter zou gaan zitten met verscheurde spijkerbroeken, piercings en decolletés van hier naar Tokyo. Zij wilde een serieuzere school voor haar dochter. Ze bezocht een aantal open dagen. Samen met haar dochter. Haar bij de Haagse Hogeschool dumpen was alsof je een kind van vijf jaar midden in New-York achterlaat. Zij wilde een kleine school. En die vond zij ergens in het land. De totale populatie van die school bedroeg driehonderd studenten. Daar kreeg ze een gesprek met de directeur zelf. Zij niet, maar haar dochter. Zij was toehoorder. Dat gesprek leidde tot een serieuze opleiding die moeder en dochter graag wilden. Chique uniform is een vereiste, piercing is verbod. De modieuze verscheurde spijkerbroeken behoorden voortaan tot het museum van haar herinneringen. De decolletés bleven hier en gingen niet meer naar Tokyo.
Voor die opleiding die overigens vier jaar duurt, sloot ze een lening af, zestigduizend euro. 
Die betaalt de dochter zelf terug als ze straks een baan heeft, zonder rente. 
Met haar bescheiden salaris uit de schoonmaakwerkzaamheden probeert ze het leven van haar en vooral dat van haar dochter zo aangenaam mogelijk te maken. 

Achter deze dochter ligt een verhaal. Toen ze vier jaar oud was, ontving de moeder een brief via een collega op het werk. Zij werkte in een café en draaide volle avonduren. De collega was een kennis van haar man. De collega verzocht de moeder om die brief niet in haar aanwezigheid te openen. De moeder vreesde het ergste en vroeg zich af of dat een bombrief was. Zij opende de brief. In de aanwezigheid van de collega. “Ik houd niet meer van jou” stond in de brief. Ze moest op nadere berichten wachten over de plek waar haar spullen zouden zijn. Dit was een donderslag bij heldere hemel. Er was niets aan de hand. Toen ze naar haar werk ging, had zij zelfs eten gemaakt voor haar man, kusjes gegeven en de harmonie was perfect.

Na het werk ging ze op een bushalte slapen, tussen de daklozen. Zij maakte zich grote zorgen over haar dochter. Die zou ongetwijfeld door haar man zijn meegenomen. Vroeg in de ochtend, met de eerste bus, ging ze naar huis. Zij deed de sleutel in het slot maar het slot weigerde te draaien. Het was een nieuw slot dat haar oude sleutel niet herkende. Een buurvrouw die al haar handelingen op de voet via de ramen volgde, riep haar op. “Je moet hier komen, je dochter is hier”. Zij ging daar en trof haar vierjarige dochter aan. Dit was een zorg minder. De grootste zorg. De man had de woning verkocht, de spullen van de vrouw naar een opslagplek gebracht en de code van de opslagruimte en de dochter bij de buurvrouw als een pakket voor zijn ex achtergelaten.




Zij ging met de dochter naar school. Zij vertelde alles aan de directeur. Zij vroeg aan de directeur of ze voortaan haar dochter op school kan wassen. De directeur was begripvol en behulpzaam. Elke ochtend bracht ze de dochter naar school. Elke avond was het bedelen bij verschillende vrienden of haar dochter ergens bij vrienden kon slapen. Soms kreeg ze een bankje bij mensen thuis waar ze met haar dochter konden slapen. Soms mocht alleen de dochter ergens slapen.

Na enkele jaren krijgt de moeder een oproep van de rechtbank. De man wilde zijn dochter terug. De vrouw was niet goed. Zij verwaarloosde het kind en andere lange en brede aantijgingen. De rechter ging daar niet op in. De man moest alimentatie gaan betalen. Met terugwerkende kracht. Dat deed hij netjes. Per maand € 350. Hij hield het niet lang vol. Hij stopte want hij was werkloos en kon niet meer betalen. Zij maakte daar geen punt van. Zij wilde geen hoofdpijn; geen dure advocaten links en rechts. Zij wilde haar dochter, voor haar alleen. Die kreeg ze ook. De man kreeg gebiedsverbod. Hij mocht slechts zijn dochter op vijfhonderd meter afstand bezoeken.

Achter de dochter ligt nog een verhaal. De dochter is een verhaal. Niet een gemakkelijk verhaal. De moeder had in Afrika een man. De man en zijn familie hebben de vrouw op een dag op straat gegooid, zoals je het water weg gooit dat je gebruikt hebt om je kleding te wassen. Zij kon geen kinderen krijgen. Zij kon niet zwanger raken. De echtscheiding was een feit. Toen ze in Nederland bij familie op bezoek was, werd ze verliefd op een Hollandse man. Zij ging er vanuit dat ze niet zwanger kon raken. Vier manden later was ze zwanger. Tot haar grote verbazing. Ze kreeg een dochter. Zij was blij. Blij verrast. Zij dacht aan de tijd dat zij vernederd werd in Afrika. De tijd dat ze als een vuil werd behandeld omdat ze geen kinderen kon krijgen. De tijd dat ze dag in dag uit aan God met tranen smeekte om  een kind. Die tijd was voorbij. Haar blijdschap was onmetelijk groot. Dit was niet het geval bij de man. Hij was nog niet klaar voor kinderen. Zij moest aborteren. Zij ging ermee akkoord. Wel in Afrika. Ze kreeg geld van de man. Zij ging naar Afrika. Ze bleef vier maanden en nog langer om alles goed af te ronden. Afronden betekende voor haar het kind houden. Haar moeder wilde haar daar zolang houden tot het kind was geboren. Op die manier kon oma het kind in Afrika houden en de vrouw naar haar man, in Europa sturen.


Na een paar maanden, kwam de vrouw terug in Nederland. Op Schiphol merkte de man dat zijn vrouw dik was. Hij dacht dat de dikke buik een normaal verschijnsel is na zo’n operatie. Maar daar vergiste hij zich behoorlijk in. Thuis aangekomen, toen hij het nieuws hoorde dat hij niet had verwacht, werd hij gek. Zijn familie werd ook gek. De familie was bepaald niet blij met een vrouw uit andere culturen. De druk werd steeds groter en groter op de man. Hij moest kiezen tussen de erfenis of de liefde met een Afrikaanse vrouw. Na een paar jaar aarzelen, nadat het kind vier werd, scheef hij dat briefje en gaf hij het aan zijn kennis, de collega van zijn vrouw, met een laconieke mededeling: Ik houd niet meer van jou.

@Alphonse Muambi


Reacties

Populaire posts